Riders Gambia – Duivelsdriehoek van ontwikkelingswerk

Het idee bestaat bij velen, en misschien niet helemaal onterecht, dat men het in Afrika niet zo nauw neemt met de verkeersveiligheid. Er zijn slechts weinig echte wegen, dat wil zeggen, mooie strakke stroken bitumen te midden van de bush, voorzien van nette lijnen en geflankeerd door verkeersborden. De meeste wegen, als ze al verhard zijn, zijn bezaaid met gaten, afgebrokkelde, vlijmscherpe randen, waarbij iedere aanduiding schittert in afwezigheid. De meeste zijn echter niet meer dan een uitgehold zandpad of karrespoor – eveneens gekenmerkt door diepe gaten en uitstekende rotsen.

Straatverlichting is een zeldzaamheid en iedereen die van A naar B moet maakt er gebruik van; ongeacht het transportmiddel dat men heeft, ongeacht de belading die men voert. En dat geldt niet alleen voor de tweebenigen. Koeien, geiten, schapen, ezels … kortom de hele Ark van Noach kun je onderweg tegenkomen. En dat tegenkomen kan heel spontaan en heel fysiek zijn. Maar niemand maakt zich er overdruk. Althans, zo lijkt het.

Er zijn drie hoofdoorzaken aan te wijzen voor deze ‘nonchalance’.

1. Beschikbare voertuigen versus vervoersbehoefte

Hier in Nederland is een bekende slogan van de vervoersorganisaties: zonder vervoer staat alles stil. Dat geldt hier maar dat geldt in even grote mate daar. Veel eerste levensbehoeften moeten over (relatief) grote afstanden verplaats worden. Een dorp of nederzetting heeft misschien wat geiten, een koe en een koppel kippen rond lopen maar dat is onvoldoende om in de voedselbehoeften te voorzien.

Daarnaast zijn scholen en medische voorzieningen spaarzaam verspreid en moet men grote afstanden afleggen om deze te bezoeken om het nog niet te hebben over waterputten. Dagelijks lopen vrouwen en jonge kinderen vele kilometers met een emmer of opengezaagde drum op het hoofd om het zeldzame levensvocht te halen. Hier is 5 kilometer lopen met 10 a 15 kilo voor de meesten van ons al een te grote inspanning, daar kan die afstand een veelvoud daarvan zijn.

Stappen we hier in de auto om even een fles yoghurt te halen, daar is privé autobezit een luxe die voor slechts een enkeling is weggelegd. Maar al heb je dan een auto, dan vraagt dat om brandstof. Ook weer zo’n goedje dat op niet al te grote afstand beschikbaar moet zijn anders kom je niet ver.

Auto’s zijn een extreme luxe en wie zo’n ding heeft, heeft ten opzichte van zijn medemens een gigantische voorsprong bij ongeveer alles. Je kunt er geld mee verdienen (taxi/transport), je kunt je oogst ermee naar de markt brengen (handel), je hebt meer aanzien (invloed), je kunt beter werk krijgen (meer scholing- en arbeidsmogelijkheden) en je hebt toegang tot betere gezondheidszorg (welzijn).

Wie geen auto heeft is voor inkomsten, onderwijs en welzijn aangewezen op de beschikbare transportmiddelen die er zijn, ongeacht hun kwaliteit, ongeacht het risico dat je loopt er gebruik van te maken. Iets is altijd beter dan niets is de – begrijpelijke – redenatie.

2. Kwaliteit van de vervoersmiddelen

Als je met veel pijn en moeite een paar centen bij elkaar hebt weten te krijgen, waar geef je die dan aan uit? Een nieuwe koplamp of een zakrijst? Medicijnen of een schokbreker? Lesgeld voor je kinderen of een nieuwe band? Ieder van ons die voor dezelfde keuze gesteld zou worden, maakt exact dezelfde keuze als deze mensen: de zak rijst, de medicijnen en het lesgeld voor de kinderen.

De drang, of zo je wilt het verantwoordelijkheidsgevoel, om een defect onderdeel aan een auto (op zichzelf essentieel voor je sociaal economische positie) te vervangen krijgt veel minder prioriteit dan de zorg voor het eigen gezin. Het ding functioneert nog en probeer maar eens uit te leggen waarom er vanavond geen eten op tafel staat omdat er een schokbreker vervangen moet worden. Dat gaat hier niet lukken en dat gaat daar ook niet lukken. Zaken worden dus met de beste bedoeling op de lange baan geschoven: later, het kan altijd later nog als ik een paar goede dagen/weken/maanden heb.

Als vervangen van defecte onderdelen al een moeilijk te verdedigen afweging maakt, maakt (preventief) onderhoud van voertuigen dat al helemaal. Waarom controleren op mogelijk, komende defecten, als bestaande defecten geaccepteerd (moeten) worden vanuit het micro-economisch plaatje dat familiehuishouding heet.

Consequentie van deze keuzedwang is een constante degeneratie van het voertuig tot een punt dat herstel helemaal niet meer haalbaar is. Het is daarom meer dan begrijpelijk dat we in ontwikkelingslanden zo veel ‘barrels’ zien rijden die een direct bedreiging vormen voor de verkeerveiligheid. Dat is niet omdat men het wel prima vindt, het is omdat men geen keuze heeft.

3. Infrastructuur en logistiek

Op zich zijn infrastructuur en logistiek twee verschillende zaken maar met een sterke gemeenschappelijke factor. Zonder infrastructuur wordt logistiek een mega-hoofdpijn-vraagstuk en zonder logistiek is het bijzonder lastig om een fatsoenlijke infrastructuur op te zetten. Deze wederzijdse afhankelijkheid maakt het bijzonder lastig om in een ontwikkelingsland een wegennet te vormen dat aan zowel de momentele behoefte als aan de toekomstige verwachting voldoet en bovendien veiligheidstechnisch al die verkeersstromen in goede banen kan leiden.

Eigenlijk moet je vaststellen dat dat helemaal niet in één keer kan en dat dat – zoals we het in projecttermen zo graag uitdrukken – alleen iteratief kan. De infrastructuur moet zich eerst voor een deel terugverdienen door een betere logistiek mogelijk te maken waardoor diezelfde infrastructuur verbeterd kan worden waardoor …. etc. Dat is dan ook precies wat je ziet in dit soort landen. Stukje voor beetje verbetert het wegennet maar in de tussentijd moet die ‘halfgare’ infrastructuur benut worden door de logistiek – de facto het transport. En transport is dan de combinatie van voertuigen, hun bestuurders en lading.

De belangrijkste schakel in deze hele keten is de bestuurder als we ons richten op verkeersveiligheid.

Wat is nu de bijdrage van Riders for Health

Sinds 2002 is Riders for Health actief in Gambia. Ook zij werd met deze drie hoekpunten van de “Duivelsdriekhoek van ontwikkelingswerk” geconfronteerd. Te weinig middelen (beschikbare voertuigen), afnemende kwaliteit (degeneratie van transportmiddelen), gebrekkige infrastructuur (factor tijd) en onvoldoende expertise – rijvaardigheid – om daar mee om te gaan.

De oplossing van RIders was hun Transport Resource Management. De belangrijkste punten daarvan heb ik reeds in een voorgaande blog beschreven maar herhaal ze hier nog een keer voor de volledigheid en om nogmaals de nadruk te leggen op het belang daarvan.

  1. Gedegen training van de bestuurders; veiligheid is van vitaal belang evenals het vakkundig besturen van het voertuig.
  2. Dagelijkse onderhoudscontroles door de bestuurders zodat er geen onnodige defecten optreden tussen de maandelijkse onderhoudsbeurten door gekwalificeerde technici.
  3. Onderhoud op lokatie; onderhoud moet geboden kunnen worden op de plaatsen waar de voertuigen actief zijn. Hierdoor verliest de gezondheidszorger geen kostbare tijd om onderhoud te laten plegen.
  4. Onderdelen keten: onderdelen moeten beschikbaar zijn voor routine matige vervanging.
  5. Hoge technische standaard: de monteurs moeten kunnen werken op het hoogste technische niveau. Riders heeft hiervoor ook speciale opleidingen.
  6. Nauwkeurige kostenbeheersing: het is essentieel om te weten en te begrijpen wat de kosten zijn voor het operationeel houden van de voertuigen.

Gezien deze, ondertussen bewezen methodiek,  is het niet vreemd dat in het Decade of Action for Road Safety programma dat de Gambiaanse overheid nu opstart, in lijn met het WHO programma, Riders for Health een belangrijke rol spelen.

Het lijkt onvermijdelijk dat dit soort programma’s een indringend effect gaat hebben op Challenges en andere vergelijkbare initiatieven. Men heeft een tekort aan, goede, transportmiddelen maar zit niet te wachten op barrels. En op barrels zonder reserveonderdelen al helemaal niet. Niet alleen vormen die een gevaar voor de verkeersveiligheid, ze vormen in toenemende mate een gevaar voor de toch al fragiele financiële situatie van de ‘gewone’ man en de startende ondernemer.

Het is niet alleen de verkeersveiligheid en de rimpelwerking die een verscheurend verkeersongeluk in een hechte gemeenschap heeft, het is ook de economische schade die een gezin ondergaat als een duur aangekocht voertuig strandt als gevolg van gebrek aan kennis en onderdelen om die investering terug te verdienen.

Dit bericht is geplaatst in Actueel. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>