Oefenen in de Gambia

December 2010 - Karin, Saiku en onze Feroza op de south-bank

Trektocht door Gambia december 2010

Na onze trektocht, met een huurauto en zelf rijden, van lodge naar lodge door Gambia in december 2010 wisten we het zeker. Dit zou de manier worden waarop we in het vervolg onze vakanties zouden houden. Niet op een plaats verblijven en zo nu en dan een excursie, maar de hele vakantie als één grote excursie beleven.  In diezelfde tijd speelden we ook al met het idee om een keer mee te doen aan een Challenge: rijden vanuit Nederland naar Gambia ten behoeve van een goed doel.

Eenmaal terug in Nederland en veel ervaringen rijker, zowel positief als niet zo positief, besloten we de knoop door te hakken. We schrijven ons in voor een Challenge. De keus viel daarbij op de Antwerpen-Banjul Challenge in oktober 2011. En dan begint het echte avontuur, d.w.z. de voorbereidingen daarvan.

Een hoop dingen kun je hier in Nederland regelen en zelfs uitproberen, maar (meer) ervaring opdoen met rijden in Afrika, omgaan met checkpoints, wat in december nog wat problemen opleverde, en navigeren van A naar B zonder de ons bekende wegenkaarten, routeplanners,  wegbewijzering en soms zelfs wegen kun je alleen in een authentieke omgeving. Omdat we ondertussen ook een wagonlading kinderkleding voor een Gambiaans compound verzameld hadden lag de oplossing eigenlijk voor de hand. We gaan terug naar Gambia, met de kleding en de beschikbare navigatie middelen, en zetten onze recent verkregen kennis om in een groot experiment.

Zuid-West Gambia - Test Traject Februari 2011

Zuid-West Gambia - Lodges, Restaurants en Checkpoints

Vlucht, uitvalsbasis, huurauto en lodges werden vanuit Nederland geregeld. Omdat we dit keer verschillende overnachtingen op minder gangbare locaties wilden konden die niet via het reisbureau geboekt worden. Wat zoeken op internet en in de onmisbare rough guides leverde de noodzakelijke contacten op om zelf de reserveringen te maken. Vrijdag 4 februari vertrokken met één kleine koffer voor ons beiden en twee 100 liter ‘rugzakken’ met kinderkleding naar Gambia – ons oefenterrein voor de komende 8 dagen.

Het Basiskamp

We kiezen er eigenlijk altijd voor om met een uitvalsbasis of basiskamp te werken als we gaan trekken. Aankomsttijd in Gambia is vaak onzeker en vertrek ook niet altijd zoals oorspronkelijk vermeld. Dit keer viel het mee, een paar uur vertraging op de heen en terugreis. In december hadden we een vertraging van 7 uur op de heenreis en dan land je midden in de nacht of na een slapeloze nacht  ‘s morgenvroeg om 4 uur. Geen ideale omstandigheden om in je huurautootje te stappen en de eerste etappe van een avontuurlijk rit naar een onbekende lodge te beginnen. Een vergelijkbare problematiek kan zich voordoen op de dag van vertrek. Uren vertraging of zelfs geen vluchtverkeer voor dagen (IJslandse vulkanen enzo). Een basiskamp  niet te ver van het vliegveld is dan zeer welkom. Bovendien kun je overbodige bagage achterlaten, last-minute regelingen treffen en materiaal laten aanleveren op zo’n adres zonder dat je er zelf bij hoeft te zijn.

Ocean View - werkelijk versus reclame

Ocean View - werkelijk versus reclame

Dit keer hadden we gekozen voor Ocean View Appartments in Fajara. Een van de hoofdredenen was dat ze een enorm zwembad hadden en een zwembad is altijd een leuk tijdverdrijf als je langere tijd moet wachten. Verder is het een onpersoonlijk, uiterst westers georiënteerd flatgebouw zonder bijzondere voorzieningen – behalve dat zwembad dan. Maar helaas, toen wij arriveerden lag er een grote berg scherpzand in het zwembad, was de tegelvloer er uitgehakt en het enige dat zich in die enorme kuil bevond was een klein leger Gambiaanse werklui. De inpandige winkeltjes die zich volgens de eigen website, ergens in de betonnen kolos moesten bevinden waren onvindbaar, staf niet aanwezig, anders dan tijdens kantooruren en security die alleen de lokale taal machtig waren.

Verder allemaal niet erg, het appartement voldeed functioneel maar ontbeerde de meer landseigen sfeer die we toch ook graag zien in een basiskamp. Gelukkig was daar nog Leybato, een klein guesthouse met een 24×7 bar/terras, pal aan het strand gelegen en nog geen 100 meter van Ocean View. In december hadden we ons basiskamp ook in Fajara; Golf Apparments. Ideaal. Zeer groot appartement met 2 slaapkamers, grote woonkamer met woonkeuken, eigen terras – dat we in Ocean View ook moesten ontberen – en een rond de klok staf van 6 personen.

Tumani Tenda

Ons huis in Tumani Tenda

Ons huis in Tumani Tenda

Zondag 6 februari begon de eigenlijke test expeditie, van Fajara naar Tumani Tenda. Gewoon over de ‘black road’ zoals geasfalteerde wegen daar heten,  met de laatste 3 kilometer zandweg in goede conditie die om het nabij gelegen dorp loopt. Het kamp zelf ligt direct aan een zijarm van de Gambia River. Het kamp is een initiatief van het dorp zelf dat 7 families telt. In het kamp zie je dit terug in 7 huisjes – hutten eigenlijk – met ieder een eigen stijl – de stijl van de familie uit het dorp. Alle opbrengst van het kamp wordt weer geïnvesteerd in het dorp, met name als kleed- en eet-geld voor de kinderen en de school. Het is een volledig privaat project dat het verder zonder externe steun moet doen.

wc's en douches hut

wc's en douches hut

Het kamp voorziet alleen in het noodzakelijke en in Gambiaanse stijl. Dus geen wc of douche in de hut, alleen een 2 persoonsbed. Wc’s en douches zijn er wel, maar die zijn in een aparte rondhut ondergebracht  aan de achterrand van het terrein waar de huisjes staan en hebben geen deur of andere afsluiting.  Iedere hut heeft wel één spaarlampje maar warmwater is er niet of je moet aan het einde van de dag een douche nemen, dan is het water in de grote tank door de zon opgewarmd.

Deze eerste dag gaf ons wel de gelegenheid om wat te oefenen met GPS en Checkpoints. Dat wil zeggen, je kunt met een GPS oefenen, een checkpoint onderga je en ben je afhankelijk van de ijver en mood van de betreffende official. De meeste gaven een ‘rij maar door’ teken en één wilde na controle van de papieren perse de koffer geopend hebben. Deze jongen was vrij snel tevreden. In december werden we geconfronteerd met een speciale anti-drugs-squad in burger en die halen echt alles overhoop. Ben je toevallig shag roker en heb je een paar pakjes shag bij je dan loop je ook nog de kans dat ieder vloeipapiertje uit het pakje wordt getrokken om te kijken of er niets ‘verdachts’ tussen zit. Medicijnen? Ieder pilletje moet verklaard worden, ieder papiertje in het portemonnee bewijs van een verdachte aankoop.

Gelukkig hadden we voor deze eerste dag besloten om de 2 gigarugzakken in het basiskamp te laten en die pas de volgende dag op te halen om naar de compound te brengen. Hadden we die wel bij ons gehad tijdens de bagagecheck is het niet ondenkbaar dat we wel een waslijst vragen hadden moeten beantwoorden met een onvermijdelijk schuiven van wat locale valuta om door te mogen.

Ontbijt aan de rivier bij het kampvuur

Ontbijt aan de rivier bij het kampvuur

De volgende dag vertrokken we uit Tumani Tenda, na een sober doch bevredigend ontbijt, om via het basiskamp in Fajara en Sukuta naar het Marakissa Rivercamp te rijden. In Sukuta bevind zich de compound waar de kinderkleding afgeleverd werd en dat is altijd dolle pret. Uit alle hoeken en gaten schieten kinderen te voorschijn; en wat nog niet kan lopen wordt aan de arm of op de arm meegezeuld.

Wat opvalt aan deze kinderen is de discipline waarmee ze zich gedragen. Als je de oudste vrouw, tevens ‘bazin’ van de compound, kent en haar oudste zoons dan is dat niet verwonderlijk. Zij en haar zoons hebben een enorm overwicht op de andere bewoners en met name de kinderen.  Ook bij het hoofdelijk uitdelen van pennen braken er geen vechtpartijen uit en werd een aangeboden pen zelfs geweigerd omdat het jongetje er al een had gehad (maar die zorgvuldig in zijn broekzak had gestoken).

De verdeling van de kleding werd door de oudste vrouw ter hand genomen. Daar hebben we uiteraard niet op gewacht. De verdeling gaat op basis van passen en nodig hebben en daarbij worden ook de aangrenzende compounds betrokken. Hamsteren en ‘kan nog wel eens van pas komen’ zijn geen Gambiaanse maatstaven – in ieder geval niet in deze compound.

Centrum Brikama

Het centrum van Brikama waar je je een weg door moet zoeken

Ongeveer 40kilo lichter werd de tocht via zoveel mogelijk ‘backroads’(niet in kaartgebrachte zandwegen en/of karresporen)  voortgezet naar Marakissa. Omdat we ons nog afhankelijk verklaart hadden van onze gids Saiku, moest een deel toch over blackroads afgelegd worden, waaronder een traject dwars door  Brikama. Later in de week zouden we wat brutaler worden en op kaart, voor doel coördinaten, en GPS onze weg zoeken van A naar B, soms tegen de aanwijzingen van onze gids in die bleef vasthouden aan de hem bekende wegen. Op zich niet vreemd natuurlijk, meegerekend dat hij taxichauffeur is als er niets te gidsen valt. De wegen of paden die we later zouden volgen zijn zelfs niet berekend op een Gambiaanse taxi.

Locale markt in Brikama

Locale markt in Brikama

Wie ooit in het centrum van Brikama geweest is, weet wat voor heerlijke chaos daar kan heersen. Alles woelt en krioelt daar door elkaar waarbij de chaos nog versterkt wordt door de komende en gaande bushtaxi voor wie kennelijk geen enkele (verkeers)regel geldt en die zich als lompe olifanten door de menigte wringen. Voetgangers, geiten, fietsers, kippen, kruiwagenduwers, honden en wat nog meer gebruikt maakt van deze ordeloze openbare ruimte lijken ware kamikazi waar je als net opgevoed voertuigbestuurder hardkloppingen van kunt krijgen. Minimaal gaat je adrenaline niveau een paar streepje omhoog. Zoals ik al zei, hier wil je niet ‘s morgens vroeg, na 48uur niet geslapen te hebben, je weg doorheen zoeken.

De weg naar Marakissa Rivercamp

Typische zandweg in Gambia

De weg van Brikama naar Marakissa is een typisch Gambiaanse weg. In het droge seizoen een spontane afwisseling van mulzand en keiharde ondergrond met gaten en scheuren, in het natte seizoen zuigende modder en keiharde ondergrond met gaten en scheuren vol water en daarmee zeer verraderlijk. We zaten nu in het droge seizoen, dus mulzand en soms heel mulzand. Leuke oefening in het offroad rijden en weinig navigeren; de weg loopt strak van noord naar zuid, tot de grens met Senegal.

Marakissa Rivercamp

Marakissa is een eco-camp met een paar rondhutten, een eenvoudig restaurant, een klein zonneterras voor de zonaanbidders en een overdekt terras direct grenzend aan een ‘vogeltuin’. Voor de ware vogelliefhebber een prachtige plek om tal  van vogelsoorten te zien komen en gaan. Nu zijn wij geen birdwatchers maar de ongerepte natuur waar je vrij in kunt rondlopen of eventueel kanoën is adembenemend.

Marakissa Rivercamp Panorama

De natuur rond het Marakissa Rivercamp

Eén van de vele soorten (180+) vogels die je in Marakissa kunt bewonderen

Eén van de vele soorten vogels

Van Marakissa zochten we de volgende dag onze weg naar Kartong. Eerst richting Senegalese grens, slechts 6 km verwijderd van Marakissa Rivercamp, dan door Darsilami richting Gunjur. De weg naar Darsilami is goed te doen ook al is het een zandweg. De weg, of beter karrespoor, richting Gunjur op sommige plaatsen wat meer uitdagend en in de regentijd zeker voor normale auto’s onbegaanbaar. Je hebt hier niet echt een 4×4 nodig vanwege de aandrijving maar de extra bodemspeling is wel zeer welkom.

Equator Lodge

Even voor Kartong bevond zich onze lodge voor die dag, Equator Lodge of zoals de locale bevolking het aanduidt: Tamba Kuruda. Deze lodge is een voormalig Amsterdam-Banjul Challenge kamp en hier en daar vindt je daar nog stille getuigen van.  Zoals een oude leger DAF YA-126, bouwjaar 1951-59 met een dikke benzine motor die op normale wegen 1 op 3 loopt. Nutteloos en deels gekannibaliseerd stond de terreinreus tussen de bomen weg te roesten. Hoe goed bedoeld het ook is geweest, dit soort voertuigen hebben 0,0 gebruiksnut in Gambia , of Afrika in het algemeen. Het is een exoot waar geen onderdelen voor zijn en die gezien hun dorst domweg te duur zijn om te rijden.

Oude Nederlandse legertruck DAF  YA-126

Oude Nederlandse legertruck DAF YA-126

Volgens de manager van Equator is het hoofdgebouw, restaurant annex bar, door de Challengers gebouwd en gaat ook hier de opbrengst naar de locale bevolking. De reactie op de Challenge is bij de locale bevolking so wie so positief. Dit zouden we ook in het volgende kamp merken, eveneens een voormalig Challenge kamp.

De lodge is ruim opgezet en omvat een 20 tal hutten die naast een kingsize bed ook een eigen WC en douche hebben. Elektriciteit, van zonnepanelen, is gedurende de namiddag en avond beschikbaar voor verlichting en een kleine ventilator. Het geheel ligt direct achter een smalle duinstrook van zo’n 10 meter aan de Atlantische oceaan met een verschrikkelijk mooi breed strand. Een strand waarop zo nu en dan ook wat koeien verpozing zoeken. De keuken is eenvoudig maar bijzonder goed en de kok een praatgrage vriendelijke man die zichtbaar plezier in zijn werk heeft.

Een 10-tal meters verwijderd van de keuken bevond zich een kleine maar zeer netjes onderhouden tuin waar uien, tomaten en andere groenten verbouwd werden. Er was een geïmproviseerd irrigatiesysteem aangelegd met een oude diepvrieskist als waterbuffer.

Op de weg van Gunjur naar Kartong geen checkpoints of roadblocks. Maar de volgende morgen richting Senegalese grens voor een bezoekje aan Sunset bar & restaurant aan de Allahein rivier stuitte we wel op een militair roadblock. De regels bij deze roadblocks zijn strikt en ze niet naleven kan vervelende consequenties hebben, zoals we in december al eens ervaren hadden.

Sunset bar aan de grensrivier met Senegal

Sunset bar en onze auto aan de grensrivier met Senegal

Deze militair was alleen – is lang niet altijd het geval – en begroette ons in eerste instantie streng en doordringend. Wapen strak voor de borst, vinger tegen de trekker, inktzwarte zonnebril. Wat dat is met die zonnebrillen, onderdeel van het uniform of onmisbaar kenmerk van het imago dat ze willen uitstralen, geen idee, maar bijna allemaal dragen ze zo’n ding. Een enkeling draagt een spiegelende bril wat nog irritanter is omdat je constant naar je eigen snuit kijkt terwijl je juist wil doorgronden wat er achter dat stukje plastic schuilgaat.

Korte verklaring van onze trip richting grensovergang en waar we vandaan kwamen was voldoende om met een joviaal gebaar doorgelaten te worden.

Roadblocks en Checkpoints

Roadblocks en checkpoints zijn ruim van te voren te zien als je weet waar je op moet letten – een klein bordje op de as van de weg. Bij checkpoints heb je geen stopindicatie vooraf en rij je gewoon door tot bij het bordje waar STOP op staat. Wel snelheid minderen want je wilt niet de indruk wekken dat je doorrijdt. Bij roadblocks is er wel een stopindicatie vooraf en stop dan ook echt bij dat eerste hek of band of … wat als stopindicatie is opgezet. Dit kan in het begin wat verwarrend zijn omdat er geen STOP op staat – je wordt geacht dat gewoon te weten. Discussies zijn zinloos en drijven de “sport fine” alleen maar op met als uiterste consequentie “mee naar het bureau” of “take you to court”.

Militair roadblock in Gambia

Militair roadblock in Gambia (samengestelde foto)

De regels bij zo’n roadblock zijn eigenlijk heel simpel maar luisteren nauw. Stop bij het eerst hek dat op de weg staat. Dat wil zeggen, stop vlak voor het hek, de auto helemaal tot stilstand brengen. Soms was een hek niet beschikbaar en staat er een oude autoband op de weg. Wacht tot de dienstdoende officier je heeft opgemerkt en vindt dat je lang genoeg gewacht hebt. Met een kort, soms bijna onopvallend handgebaar maant hij je dan om naar hem toe te rijden. Doe dit rustig, stapvoets, en stop naast de officier met de voorstijl van je vooruit ter hoogte van zijn schouder. Vriendelijk groeten, met iets als “good morning, how are you”  en afwachten wat gaat volgen.

Meestal willen ze weten waar je vandaan komt en waar je naar toe gaat. Hij wil dus niet weten dat je bijvoorbeeld uit Nederland komt maar waar je in Gambia verblijft of vertrokken bent. Plaatsnaam en naam van het hotel of lodge is afdoende. Zelfde geldt voor je einddoel en soms ook wat je daar gaat doen.

Rijbewijs en verzekering zijn ook standaard vragen evenals of je wilt laten zien dat je 2 gevaren driehoeken bij je hebt en waar de verplichte brandblusser zich bevindt.  Als je een auto huurt, zoals wij doen, controleer dit dan bij het ophalen van de auto. Controleer ook verlichting, ruitenwissers en, misschien wel het allerbelangrijkste, dat de claxon het doet. Niet functioneren kan bij een controle weer veel gedoe opleveren afgezien van het feit dat de claxon een onmisbaar communicatie middel is met de andere weggebruikers.

In principe is een Nederlands rijbewijs voldoende maar mijn ervaring is dat een internationaal rijbewijs je veel aanvullende vragen en gedoe kan besparen.

Het interieur van Sunset met Challenge accessoires

Het interieur van Sunset met Challenge accessoires

Bij de grensovergang in Sunset bar& restaurant wat gedronken terwijl we in overduidelijk achtergebleven Challenge meubilair plaats hadden genomen. Het interieur van dit etablissement verraadde overigens nog meer Challenge accessoires die hier een 2de leven in de horeca hadden gevonden.

Het einddoel van deze dag was Tanji, een vissersplaatsje aan de kust. Verfrist gingen we op pad richting Gunjur en onvermijdelijk dus ook richting onze vriendelijke militair bij het roadblock waar we eerder al kennis hadden gemaakt. Bij aankomst moesten we enige tijd bij het hek wachten omdat 3 Nederlandse dames op de fiets aan de andere kant ondervraagd werden naar hun bedoelingen. Uiteindelijk keerden de dames onverrichter zake om; kennelijk waren de vragen bij het roadblock onvoldoende bevredigend beantwoord.

Het minzame handgebaar wenkte ons om op te rijden tot het stopbord. Hier herkende de militair ons en een brede lach verscheen op zijn gezicht “you enjoyed your drinks”? En ruimer gebaar wuifde ons door terwijl hij ons nog een “save journey” toe riep.

Rond de middag reden we ter hoogte van Sanyang. Een hapje en drankje was wel aanlokkelijk en dus afslaan richting Paradise Beach. We hadden per slot van rekening nog de hele middag en haast is ons tijdens de vakantie vreemd. Haast is in Gambia überhaupt een buitenaards begrip. Hoe eerder je je aanpast aan het gematigde tempo waarin het leven zich hier afspeelt hoe beter het is voor je bloeddruk.

De weg naar Paradise Beach is weer een zandweg die in de droge tijd prima te rijden is maar in de regentijd menig auto laat stranden. Ook hier, eigenlijk onverwacht, een politie checkpoint. Roadblocks en checkpoints kom je voornamelijk tegen op de black roads die van of naar een stad, dorp of grens voeren. Op zandwegen en backroads (karresporen) kom je ze eigenlijk niet tegen. Volgens onze gids zou dat eventueel iets van doen kunnen hebben met “gebrek aan zakgeld”. Dan wordt plotseling ergens een checkpoint opgeworpen en ieder kleine overtreding, door locale of buitenlandse bestuurders ter plekke verrekend. Uiteraard gelden er verschillende tarieven voor locale bestuurders en toubabs. Sommige toeristen vinden dat oneerlijk maar in Nederland zouden we dat een “inkomensafhankelijke heffing” noemen.

De keuken in Paradise Beach is zoals we al wisten goed, al werd dit keer ons overgenomen Gambiaans onthaasten wel behoorlijk beproefd. Pas na anderhalf uur lukte het de keuken onze maaltijden te presenteren. Om ons te belonen voor het doorstaan van deze beproeving werd er wel 10% van de prijs afgedaan. We hebben de maaltijden gewoon betaald en zelfs nog een fooi gegeven – de keukenstaf had al genoeg over zich heen gehad van de eigenaar (een Gambiaan) en ontzettend druk was het nu ook niet. Leven en laten leven. Al moet ik zeggen dat ik in Nederland waarschijnlijk minder coulant zou zijn geweest.

Aanzienlijk later dan verwacht het laatste traject naar Tanji, Kairoh Garden. Een lodge in het dorp zelf op 2 kilometer afstand van de kust. Doordat we verder doorgereden waren dan bedoeld was het even zoeken naar de lodge. Op zich was de lodge goed aangeven met borden langs de weg, maar dan moet je die wel volgen; iets dat we om moverende redenen niet gedaan hadden.

Kairoh Garden

Hoofdgebouw in Kairoh Garden - tevens restaurant en bar

Hoofdgebouw in Kairoh Garden

Na een aantal malen vragen en even zo vaak fout gereden te zijn arriveerden we dan toch in een compound met een schitterende tuin, groot restaurant en een aantal huisjes voor gasten: Kairoh Garden. Het bleek dat we de enige gasten waren, afgezien van een Nederlander die daar tijdelijk woonde terwijl zijn eigen lodge in wording werd afgebouwd.

De volgende dag, en tevens laatste dag in Gambia, was het tijd voor het grote finale experiment. Het niet in kaart gebrachte deel van Gambia binnen de driekhoek Tanji, Brikama en Sanyang verkennen met een kaart en de GPS. Wie op Google maps kijkt ziet al snel dat er een aantal wegen worden getoond in geel, waarvan een deel  in werkelijkheid blackroads (geasfalteerd) zijn en de meerderheid zandwegen. De meeste kaarten beperken zich tot de geasfalteerde wegen en laten alle andere weg. De belangrijkste plaatsen voor ons experiment stonden er wel op en dus kon met wat meet, gok en rekenwerk wel bepaald worden dat ongeveer de coördinaten waren van die plaatsen. De nadruk ligt hier echt op “ongeveer” want erg nauwkeurig is het kaartmateriaal niet maar voldoende om een houvast te hebben bij het navigeren. Je kunt immers toch niet op harde coördinaten rijden omdat enige consideratie met de locale bevolking je dwingt de bestaande tracks te gebruiken.

"wegenkaart" Zuid-West Gambia via Google

"wegenkaart" Zuid-West Gambia met veel wit

Het leuke van op deze manier door Gambia trekken is dat je op plaatsen komt waar normaal gesproken geen taxi, zelfs geen bushtaxi komt of kan komen.  Je rijdt door dorpjes waar de kinderen zelden of nooit een blanke gezien hebben – dat merk je meteen aan de wijze waarop ze op je aanwezigheid reageren, zoals het niet roepen om “sweetie, sweetie” en zelfs het karakteristieke “toubab, toubab” blijft achterwegen. Je voelt je dan een klein beetje ontdekkingsreiziger. Je gaat tracks op waarvan je geen idee heb waar ze je precies zullen brengen en of ze wel berijdbaar blijven. Een rotsondergrond die plotseling overgaat in mulzand; een pad van 2 meter breed, versmalt en voert ineens langs een diepe greppel links en rechts een kolossale boom.

Je huurt een auto, in ons geval een 20jaar oude Feroza, waarvan je de technische staat niet kent en waarvoor je wel een 24uur recovery service hebt maar hoe leg je uit dat je vastzit op x.xx NB en y.yy WL. Dat wordt dan echt wandelen  naar een “erkende” weg en daar hulp zoeken waarbij je wel moet onthouden waar je je voertuig hebt achter gelaten. En dat is dan ook het leuke van Gambia – te klein om echt te verdwalen of in serieuze problemen te komen.

Kortom, een meer dan waardevol experiment dat vertrouwen geeft in de navigatiemiddelen. We zijn immers aangekomen waar we wilden volgens een route die we min of meer van te voren bedacht hadden. Daarbij hebben we ook wat meer ervaring op kunnen doen in het rijden in Afrika, omgaan met andere wegomstandigheden en verkeersituaties in varianten die we in Nederland niet kennen en daar bovenop een fantastische vakantie.

Dit bericht is geplaatst in Voorbereidingen. Bookmark de permalink.

2 Reacties op Oefenen in de Gambia

  1. Pingback: Tweets die vermelden Oefenen in de Gambia | Dream Reality -- Topsy.com

  2. Leonoor zegt:

    heb enorm genoten van dit reisverslag. En bovendien: we kennen Saikou eveneens als gids en vriend.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>